Op 8 november zijn de eerste democratische verkiezingen in Birma. Althans, volgens de Birmese overheid. Maar zijn deze verkiezingen wel helemaal democratisch? Want bijna één miljoen inwoners mogen niet stemmen. Dat zijn de Rohingya, een moslim minderheid uit westelijk Birma. Zij zagen zelfs Rohingya parlementsleden de afgelopen weken van de kieslijsten verdwijnen. De Rohingya wonen verplicht in tentenkampen, met bewaking, zonder voorzieningen.
Geen erkende burgers
Voormalig parlementslid Shwe Maung was één van de Rohingya parlements leden die zijn plaats op de kieslijst tot zijn verbazing zag verdampen. Als actief parlemenstlid voor de heersende overheidspartij de USDP, besloot hij om zich voor deze ‘eerste vrije verkiezingen’ kandidaat te stellen als onafhankelijk lid. Zijn aanhag was groot genoeg voor een parlementszetel, waardoor hij dit met vertrouwen tegemoet zag. Maar toen Shwe Maung zich in wilde schrijven bij de kiescommissie, bleek dat niet mogelijk ‘omdat zijn (Rohingya) ouders ten tijde van zijn geboorte geen erkende burgers waren’. ‘Dat is bespottelijk’, zegt Shwe Maung, in een artikel in de New York Times. ‘Mijn vader werkte destijds zelfs voor de politie. Bovendien zit ik al vanaf 2010 in het parlement.’
Geen stem
Shwe maung was niet de enige. Tientallen Rohingya parlements leden konden zich niet meer verkiesbaar stellen. Daarnaast kunnen in ieder geval 750.000 Rohingya niet hun stem uitbrengen tijdens de komende verkiezingen. President Thein Sein herriep hun tijdelijke identiteitskaarten tot ‘white cards’, en met snel ingevoerde aanvullende wetgeving werd stemmen met deze ‘white cards’ niet mogelijk. Zo blijft de stem van een een deel van de bevolking niet gehoord.
Rohingya
De Rohingya zijn één van de 135 etnische minderheden in Birma. Alle etnische groepen hebben een matige relatie met de Birmese overheid, maar de Rohingya zijn wel het aller slechts af. De Rohingya wonen in een deel van Rakhine state, een provincie aan de grens met Bangladesh. Ze wonen daar naast de boeddhistische Rakhine bevolking. De Birmese overheid erkent de Rohingya echter niet als minderheid, waardoor zij geen enkele rechten hebben. Ze worden nog altijd gezien als vluchtelingen uit Bangladesh. Vluchtelingen die overigens al meer dan honderd jaar in Birma wonen.
Vlam in de pan
Sinds 2012 is het geweld tegen de Rohingya geescaleerd. De aanleiding was de moord op een Rakhine vrouw. Een groep Rohingya mannen bleken de daders. De vlam sloeg in de pan, met dagen van geweld door beide bevolkingsgroepen als gevolg. Het geweld tegen de Rohingya minderheid werd echter zo ernstig, dat zij verplaatst werden naar tentenkampen, volgens de overheid voor haar eigen veiligheid. Buiten de kampen worden de Rohingya inderdaad gelynched door de Rakhine. Maar binnen de kampen voorziet de Birmese overheid nauwelijks in basisbehoeften. Er is geen electriciteit, geen schoon drinkwater, geen medische hulp en zelfs niet voldoende voedsel. Rohingya kinderen sterven van de honger. Verschillende mensenrechtenorganisaties spreken van genocide.
Democratische hervormingen
Alle etnische minderheden in Birma zijn, sinds de militaire dictatuur in 1962, ernstig onderdrukt. Zo ook de Rohingya. Maar sinds de democratische hervormingen in 2012, is de Birmese overheid met andere etnische groepen in gesprek gegaan, terwijl het geweld tegen de Rohingya alleen maar erger werd. De haatcampagne tegen de Rohingya door een groep Boeddhistische hooggeplaatste monnikken, de Ma Ba Tha, wordt zelfs gesteund door de overheid.
Armoede en angst
Het antwoord van deze hetze tegen Rohingya ligt in armoede en angst. De lokale Rakhine bevolking leeft al jaren in armoede, het zijn arme vissers en boeren aan de kuststrook van Birma, in een gebied dat regelmatig wordt geteisterd door cyclonen. Bovendien heeft de jarenlange internationale isolatie door de militaire dictatuur, een enorme wissel getrokken op de levensstandaard van de Birmese bevolking. Generaties zijn opgegroeid in ernstige armoede en angst. Zelfs angst voor de buurman, want niemand wist wie een verrader was. Politieke tegenstanders verdwenen achter de tralies.
Gezamenlijke vijand
In 2012 zette het militaire bewind democratische hervormingen in gang. De militaire naambordjes werden verwisseld voor politieke functies. Zo kwam er een einde aan een militair bewind dat heerste dankzij angst. Deze voormalig militaire leiders werkten aan hun populariteit, om ooit verkozen te worden, maar bovenalles om niet gestraft te worden voor de gruwelijke mensenrechtenschendingen die onder hun leiding zijn begaan. De voormalig militaire leiders hadden daar de hulp van de onder de bevolking zeer geliefde Boeddhistische geestelijken hard nodig. En winnen van populariteit gaat vele malen sneller met… een gezamenlijke vijand.
Nobelprijs voor de vrede
Zo werd de spanning tussen de moslim Rohingya en de boeddhistische Rakhine zeer bruikbaar en werd de haatcamapgne tegen de Rohingya naar een nationaal niveau getild. Daarmee heeft de Birmese overheid zich bij een aantal mensenrechteorganiaties minder geliefd gemaakt, maar bij haar eigen bevolking des te meer. Zelfs nobelprijs winnares Aung San Suu Kyi heeft nog niets gezegd over de situatie van de Rohingya, uit angst voor het verlies van stemmen.
Genocide
Ondertussen vluchten nog steeds duizenden uitgehongerde, zieke Rohingya op gammele boten de zee op. Velen van hen bereiken nooit de kust van Thailand of Indonesië. En ondertussen zetten diverse mensenrechtenorganisaties zich in voor het vaststellen van genocide op de Rohingya bij internationale organisaties. Het bewijs hebben zij inmiddels rond. Maar in Birma durft nog steeds niemand zijn stem te verheffen voor de Rohingya. Een lelijk litteken door jarenlange dictatuur.